donderdag 18 maart 2010

Activiteit: woensdag 27 januari 2010: De E.H.B.O.-koffer:




Wat deed ik voorheen? Wat heb ik geleerd? Welke domeinen kwamen tot uiting?

Hoe ben ik aan deze activiteit begonnen:
• Naar aanleiding van 6 prenten met daarop de uitvoeringen tot verzorging, ben ik gaan nadenken. Hoe kan ik deze activiteit aanbieden?
• Wat is belangrijk om weten?
• Hoe ervaren kleuters pijn?
• Wat is vallen?
• Wat is ontsmetten?
• Wat is ontsmettingsmiddel?
• Wat is hygiëne?
• Wat is een schaafwonde?
• Wat zijn bacteriën?
• Wat zijn compressen?
• Wat is tape of wat kan vervangen worden: pleisters,…?
• Hoe een wonde verzorgen?
• Wat met onze handen?
• …

Door mezelf deze vragen te stellen, kwam ik tot het volgende:
Wat wil ik bereiken met deze vragen? Wat bied ik aan? Hoe breng ik dit aan? Tot welke domeinen richt ik mij?

Kan ik taal stimuleren? Ja.
Kan ik veiligheid en geborgenheid aanbieden? Ja.
Kan ik ervoor zorgen dat lichaamsbesef aanbod komt? Ja.
Kan ik ervoor zorgen dat zij in contact komen met het domein: Gezonde leefstijl – Hygiëne? Ja.
Wat met zelfsturing – zelfredzaamheid? Zelfredzaam zijn is hier in het geval wel bevorderlijk wanneer hulp ingeroepen moet worden.
Wat met motoriek? We oefenen fijne motoriek.

Ik creëerde zelf een situatie die aansluit met de leefwereld van de kleuters.
De 6 prenten die ik gevonden heb, ziehier:
1) Broek uitdoen
2) Wonde uitwassen
3) Ontsmettingsmiddel op compres
4) Wonde ontsmetten
5) Nieuw compres + tape
6) Verbandje aanbrengen,

neem ik mee naar de onthaalhoek, ik heb deze vergroot en ingekleurd. Zodat dit duidelijk herkenbaar was.

Ik nam een pop uit de poppenhoek en had (op voorhand) met potlood een schaafwonde getekend op pop Sofies knie.

We vertrokken vanuit volgende situatie:
Sofietje weent. Ze is gevallen. Juf vraagt wat er gebeurd is. Sofietje vertelt al wenend. Juf troost Sofietje, en vraagt of Sofie kan rechtstaan. Het doet pijn. Ik mag Sofie op men arm nemen. We gaan naar de verzorgingsruimte, daar staat de E.H.B.O.-koffer. Wat is dat? Eigenlijk staat dit voor: EERSTE HULP BIJ ONGEVALLEN. In de koffer zitten verzorgingsmaterialen. Juf troost Sofie. Eerst gaan we je traantjes eens wegvegen hé meid. Weet je, ik ga jouw broekje losmaken, dan kan ik beter kijken wat er precies aan jouw beentje of jouw knie is. Dan zie ik wat er gebeurd is, kijk Sofie, dit is een schaafwonde. Het bloedt een beetje. En gaan we verder naar de stappen van de verzorging. Sofietje vind het woord schaafwonde maar niks, wat is dat een schaafwonde?

Zo komen we op volgende woorden en is men doel de kleuters mee laten na te denken:
• Schaafwonde: huid of vel is wat geschuurd of stuk.
• Bloed: Rood water, lijkt op ketchup, zit in jouw adertjes of in jouw armpjes en beentjes, bloeden is goed, het helpt jouw wonde reinigen of proper worden omdat het de beestjes of microobjes naar buiten doet komen.
• Hygiëne: zelf mijn handen wassen: gevaar op microben of beestjes vermijden.
• Wonde uitwassen: Bloeden alleen is niet genoeg, we moeten nog zuiver water gebruiken. Dus nemen we een compresje en maken dit nat, en deppen zachtjes rond en op de wonde.
• Nieuw compresje nemen met Isobetadine. Wat is Isobetadine? Een ontsmettingsmiddel. Wat is een ontsmettingsmiddel ? Een middel om de wonde te verzorgen, geen beestjes meer, en belangrijk: dit prikt niet, het kleurt een beetje en verzorgt heel goed! We ruiken ook eens aan de isobetadine, we bekijken de kleur, we verwoorden wat we ruiken, wat we zien.
• We verzorgen de wonde en deppen de isobetadine lichtjes op en rond de wonde.
• We nemen een nieuw compresje en leggen dit op de wonde en tapen dit vast.
• We nemen ook een verband, want dit geeft steun en bovendien kan het compresje niet meer bewegen en blijft de wonde beter beschermd.

Tijdens het verhaaltje en het verzorgmoment, verwoorden we veel, we vertalen moeilijke woorden in makkelijke woorden = woorden die de kleuters wel begrijpen. De interesse van de kleuters is zo groot, dat ook zij een wonde mogen verzorgen.
Eerlijk gezegd was de bedoeling dat slechts 1 kleuter dokter was en een andere kleuter = patiëntje zijn pijntje mocht verzorgen. Dokter Vincyenzo las de handelingen van de prenten af en voerde ze één voor één uit. Deze 2 kleuters vonden het heel fijn.

Daar ook de andere kleuters interesse toonden tot uitvoering, gaf ik ook nog aan een 8-tal andere kleuters de kans om dokter en patiënt te spelen. Wegens tijdsgebrek (= klassikale act.) mochten de overige pijntjes met een gewone pleister verzorgd worden. Dit om alles af te sluiten en aan de andere activiteiten te beginnen.


Wat was mijn leerproces hierin?
Door naar de verschillende domeinen te kijken, is mijn activiteit geworden tot wat het moest zijn. Het is niet enkel weten welke verzorgingsstappen er zijn, het is ook kijken naar taal, naar hygiëne, naar zelfredzaamheid, naar lichaamsbesef, naar een veilig gevoel, naar motoriek.

Taal is hierin belangrijk, kleuters leren nieuwe woorden, nieuwe ervaringen kennen, waardoor ook hun angst van het onbekende wat wegvloeit. Door zelf te doen en te beleven (ruiken, kijken, voelen, zelf uitvoeren,…), werken zij aan verschillende domeinen. Een goed welbevinden van de kleuter door de aanmoediging van de juf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten