maandag 22 maart 2010

Vogelzaad:




Vogelzaad zaaien: ziehier alvast enkele foto's:

In een klein potje met teelaarde zaaide ik zaterdag 13/03/2010 ook vogelzaad.

De dag erna dacht ik, oei, wat is er met mijn potje en aarde gebeurd...

Ik bekeek het van nader en merkte op dat mijn aarde niet meer strak in mijn potje zat. Ik dacht: oei, heeft hier iemand tegenlopen?
Ik streek de aarde met mijn vingers weer plat. Maar ook een dag later duwde het vogelzaad de aarde weer omhoog.

Tof, het lijkt wel toveren met vogelzaad..
Ziehier het resultaat...


Mijn explorerende grondhouding:
Ik kijk intens naar mijn potjes = gezaaide plantjes en proefjes.
Ik vraag me af wat is er nu met mijn vogelzaad gebeurd.

Mijn concrete leerwens:
Ik ga mijn proefjes gedetailleerd waarnemen en bekijk dagelijks de groei van het zaad, voel aan de aarde.
Ik wil zelf ontdekken wat mijn proefjes en zaadjes na een paar dagen zullen vertellen.

Actieplan:
Ik neem dagelijks foto's om de groei van de proefjes en zaadjes bij te houden.
Ik maak er een dagelijks verslag van om zo op het einde te kunnen weten hoeveel tijd er over gegaan is = volgroeide plantjes, verdorde plantjes, proefjes.

Mijn leerresultaat:
De groei van plantjes is een echt groeiproces. De plantjes groeien in de richting van het licht. Het éne zaad laat langer op zich wachten dan het andere (erwt en tuinkers). Creatief zaaien geeft een leuk beeld. De folie zorgt voor bevochtiging aan de tuinkers.

Groeiproces zaaien en planten...







Dagelijks maak ik foto's en bekijk ik mijn plantjes.

Wat merk je toch allemaal op?

Sommige plantjes groeien meteen, anderen weer wat minder.

Van mijn erwten dacht ik meteen, amaai, eer ik wat zag uitkomen duurde wel wat, maar vanaf het groeiproces gestart is (13/03/2010 startdag: zaai-act.), is dit nu het resultaat...

Eveneens de radijzen zijn nogal gegroeid!

vrijdag 19 maart 2010

Lieveheersbeestjes: wat doe ik hiermee?



Mijn buurjongen Bjarni is 10 jaar.

Vorige week vrijdag kwam hij naar toe. Ik had wafels gekocht om zijn school te sponsoren. Bjarni kwam bij ons binnen,keek nogal rond in de keuken, de living, en zag vanalles om zich heen.

Ik ondervond aan hem dat hij een leergierig iemand is. Hij stelt me vaak de vragen:
"Wat is dit?"
"Waarom doe je dat?"
...

Plots in de living merkte hij heel wat lieveheersbeestjes op. Hé, zie hier. Lieveheersbeestjes.. Hij bekeek ze nogal, hoe ze verder kropen, etc.

Vandaag kwam hij me tegemoet, en vroeg of hij nog eens mocht komen. En ja hoor, zolang zijn mama op de hoogte is, geen probleem!

Het eerste waar Bjarni naar zocht waren de lieveheersbeestjes. Deze hadden een indruk op hem nagelaten. Hij vroeg me om een doosje, om ze te bewaren en dus mee te nemen.

Ik vroeg hem, of die beestjes in dat doosje zomaar konden leven. Hierop gaf hij meteen een duidelijk antwoord: "Neen, Ann, deze beestjes krijgen geen lucht, ik moet gaatjes in die deksel maken."

Ik liet hem zelf ontdekken met wat hij die gaatjes kon maken. Hij keek in de lade,nam tandenstokers, een vork, een mes = uien snijden, en een mesje waarmee je zowel iets kan vastschroeven of een fles openmaken,...

De stokjes braken, het uienmes was niet handig genoeg, een vork vond hij ook niet goed, en dus maar dat éne mes dat alles kan.

Hij deed het open en haalde de schroevendraaier eruit. Gewoon duwen gaat niet goed, Ann, maar als je ermee draait, dan lukt het wel. Als alle gaten in de deksel gemaakt waren, ging hij gretig op zoek naar de lieveheersbeestjes. Ik moedigde hem aan, allé Bjarni zoek maar!

Maar nog één detail, Bjarni wilde een doekje om de lieveheersbeestjes te laten opkruipen. Ik vroeg hem waarom hij dat doekje wilde. Ben je bang? Of waarom moet dat doekje dienen?

Ah, zegt hij, die donkere lieveheersbeestjes dat zijn giftige. Ik vroeg dan: hoe zie je dat? Of hoe weet je dat?
Waarop dit het antwoord was: aan de bolletjes.

Wat hebben we gedaan om meer te weten te komen?
We hebben de PC opgezet en zijn gaan zoeken naar het antwoord. We kwamen op dit:
Ze zijn gekenmerkt door een ronde, zelfs vaak halfbolvormige vorm met korte pootjes die net als de kleine antennen onder het dek- en nekschild kunnen worden teruggetrokken. Ze hebben vaak rode, gele, witte en zwarte kleuren en zijn vaak gestippeld.

De meeste lieveheersbeestjes leven ongeveer een jaar. Het aantal stippen zegt dus niets over de leeftijd. De kleur en de vlekken op de dekschilden spelen wel een belangrijke rol bij het op naam brengen van de verschillende soorten lieveheersbeestjes.

Als je een lieveheersbeestje "pest" door zachtjes op hem te drukken dan produceert hij een gele vloeistof. Dit gedrag heet "reflexbloeden". De vloeistof (hemolymfe), die tevoorschijn komt bij het femoro-tibiale gewricht van de poten, heeft een kwalijk geurtje en smaakt erg bitter. Vogels die een lieveheersbeestje oppakken proeven dit bloed en laten hem dan soms snel vallen. Het rood met zwarte kleurpatroon is dan ook te beschouwen als een waarschuwing. Dit ziet men vaak bij insecten of andere dieren die hun giftigheid of vieze smaak adverteren door een felle kleur en wordt aposematische kleuring genoemd. De vieze smaak wordt veroorzaakt door een alkaloïde dat per lieveheersbeestje verschilt. Er is aangetoond dat deze vloeistof van het zevenstippelig lieveheersbeestje giftig is voor koolmeeskuikens. Die van het tweestippelig lieveheersbeestje niet.
...

In ieder geval: we ontdekten dat er heel wat soorten lieveheersbeestjes zijn, en dat hun vloeistof giftig is.

Het lieveheersbeestje vastpakken in onze hand, als dit beestje kruipt dan kriebelt dat, we hebben naar de poten gekeken = korte pootjes die nogal bewegen (rugligging lieveheersbeestje). We hebben onderzocht hoe die beestjes blijven plakken aan het venster. Of het gemakkelijk was om deze van het venster af te krijgen: wegblazen? Met de vinger het beestje aanraken...

Bij het vasthouden van de lieveheersbeestjes merken we een geur. We ruiken de vloeistof. Dit ruikt niet lekker. We hebben geluisterd of het beestje ook geluid maakt, en eigenlijk hebben we het niet gehoord. We kunnen de lieveheersbeestjes wel horen als ze vliegen. Of tegen het venster aanvliegen.. We hebben nagegaan dat het lieveheersbeestje 6 poten heeft, dat ze stippen hebben...

Bjarni vond het tof hoe dat deze beestjes kruipen, wat ze doen als ze op hun rug liggen... Daarmee vroeg ik of deze beestjes misschien wel aan het turnen waren. Zitten ze in het circus? Of in de sportschool?

Opnieuw kreeg Bjarni een prikkel. Hij wilde hun fitheid uittesten. Hij vroeg me om touw en een schaar. In elk gaatje dat hij gemaakt had, kwam een touwtje. En nu maar klimmen.. We merkten op dat er vlijtige beestjes bij waren, maar ook wat slapers. Die bewogen praktisch niet!

Ik had echt het gevoel dat ik Bjarni wat meegegeven heb. Zin om te ontdekken, zin om anders te denken, en vooral plezier in de al dan niet sportieve beestjes.

Tot slot: hij heeft zijn doosje mee naar huis genomen en ging er alle dagen naar kijken!

donderdag 18 maart 2010

Zaaien en planten






Misschien ben ik dan toch iemand met wat groene vingers...

Wat heb ik tot nu toe geprobeerd:
Tuinkers
Erwten
Radijzen
Vogelzaad


Zaterdag 13 maart: ik begin met potjes te verzamelen. Ik lees de papieren en stel vast dat ik eigenlijk maar 1 opdracht per item moet uitvoeren.

Daar ik toch benieuwd ben naar meerdere activiteiten, doe ik de volgende zaaitechnieken:

Zaaien van tuinkers in koffiefilters (teelaarde)
Zaaien van tuinkers in een uitgeholde aardappel
Zaaien van tuinkers op keukenrol
Creatief zaaien van tuinkers = in de letter A
Zaaien van radijzen = het spannen van een koord/stokjes
Planten van erwten
Zaaien van vogelzaad

Elke dag kijk ik naar mijn plantjes, elke dag zie ik wat resultaat. Opgelet de tuinkers heeft een vlug groeiproces, gevolgd door de radijzen. De erwten zijn sinds gisteren goed op dreef, doch blijven zij nog het kleinst.

De planten groeien vooral naar het licht toe. De tuinkers in de letter A: hierover is folie gespannen, ik zie hier regelmatig enkele druppels vocht. De overige bakjes geef ik dagelijks een klein beetje water.

Wat merk ik op bij het vogelzaad:
Ik had wat zaad op de aarde gelegd, vervolgens nog wat andere teelaarde er bovenop. De eerste dag merkte ik dit op: de teelaarde was precies naar boven geduwd. Ik dacht bij mezelf, neen, dat kan niet, er is iets met mijn potje gebeurd. Ik duwde de aarde wat platter aan. Maar de volgende dag, zag ik dit opnieuw. De teelaarde wordt steeds omhoog geduwd door het vogelzaad. Het resultaat van het vogelzaad: op 6 dagen tijd: het gewas van deze plantjes is ongeveer 3 a 4 cm.

De radijzen, en de tuinkers zijn ongeveer ook een 4 cm gegroeid op die 6 dagen!

De erwten: Het vruchtje dat ik gepland heb, heeft nu ongeveer al een steeltje van 0,5 cm, het is precies een haakje. Het komt maar net tot boven de teelaarde. Je kan precies ook een bloemetje zien: verschillende blaadjes.. Het groeiproces van deze plantjes is veel trager dan de rest.

Ik zou er een wedstrijd van kunnen maken, wie groeit het snelst?

foto's volgen nog!

Activiteit: woensdag 27 januari 2010: De E.H.B.O.-koffer:




Wat deed ik voorheen? Wat heb ik geleerd? Welke domeinen kwamen tot uiting?

Hoe ben ik aan deze activiteit begonnen:
• Naar aanleiding van 6 prenten met daarop de uitvoeringen tot verzorging, ben ik gaan nadenken. Hoe kan ik deze activiteit aanbieden?
• Wat is belangrijk om weten?
• Hoe ervaren kleuters pijn?
• Wat is vallen?
• Wat is ontsmetten?
• Wat is ontsmettingsmiddel?
• Wat is hygiëne?
• Wat is een schaafwonde?
• Wat zijn bacteriën?
• Wat zijn compressen?
• Wat is tape of wat kan vervangen worden: pleisters,…?
• Hoe een wonde verzorgen?
• Wat met onze handen?
• …

Door mezelf deze vragen te stellen, kwam ik tot het volgende:
Wat wil ik bereiken met deze vragen? Wat bied ik aan? Hoe breng ik dit aan? Tot welke domeinen richt ik mij?

Kan ik taal stimuleren? Ja.
Kan ik veiligheid en geborgenheid aanbieden? Ja.
Kan ik ervoor zorgen dat lichaamsbesef aanbod komt? Ja.
Kan ik ervoor zorgen dat zij in contact komen met het domein: Gezonde leefstijl – Hygiëne? Ja.
Wat met zelfsturing – zelfredzaamheid? Zelfredzaam zijn is hier in het geval wel bevorderlijk wanneer hulp ingeroepen moet worden.
Wat met motoriek? We oefenen fijne motoriek.

Ik creëerde zelf een situatie die aansluit met de leefwereld van de kleuters.
De 6 prenten die ik gevonden heb, ziehier:
1) Broek uitdoen
2) Wonde uitwassen
3) Ontsmettingsmiddel op compres
4) Wonde ontsmetten
5) Nieuw compres + tape
6) Verbandje aanbrengen,

neem ik mee naar de onthaalhoek, ik heb deze vergroot en ingekleurd. Zodat dit duidelijk herkenbaar was.

Ik nam een pop uit de poppenhoek en had (op voorhand) met potlood een schaafwonde getekend op pop Sofies knie.

We vertrokken vanuit volgende situatie:
Sofietje weent. Ze is gevallen. Juf vraagt wat er gebeurd is. Sofietje vertelt al wenend. Juf troost Sofietje, en vraagt of Sofie kan rechtstaan. Het doet pijn. Ik mag Sofie op men arm nemen. We gaan naar de verzorgingsruimte, daar staat de E.H.B.O.-koffer. Wat is dat? Eigenlijk staat dit voor: EERSTE HULP BIJ ONGEVALLEN. In de koffer zitten verzorgingsmaterialen. Juf troost Sofie. Eerst gaan we je traantjes eens wegvegen hé meid. Weet je, ik ga jouw broekje losmaken, dan kan ik beter kijken wat er precies aan jouw beentje of jouw knie is. Dan zie ik wat er gebeurd is, kijk Sofie, dit is een schaafwonde. Het bloedt een beetje. En gaan we verder naar de stappen van de verzorging. Sofietje vind het woord schaafwonde maar niks, wat is dat een schaafwonde?

Zo komen we op volgende woorden en is men doel de kleuters mee laten na te denken:
• Schaafwonde: huid of vel is wat geschuurd of stuk.
• Bloed: Rood water, lijkt op ketchup, zit in jouw adertjes of in jouw armpjes en beentjes, bloeden is goed, het helpt jouw wonde reinigen of proper worden omdat het de beestjes of microobjes naar buiten doet komen.
• Hygiëne: zelf mijn handen wassen: gevaar op microben of beestjes vermijden.
• Wonde uitwassen: Bloeden alleen is niet genoeg, we moeten nog zuiver water gebruiken. Dus nemen we een compresje en maken dit nat, en deppen zachtjes rond en op de wonde.
• Nieuw compresje nemen met Isobetadine. Wat is Isobetadine? Een ontsmettingsmiddel. Wat is een ontsmettingsmiddel ? Een middel om de wonde te verzorgen, geen beestjes meer, en belangrijk: dit prikt niet, het kleurt een beetje en verzorgt heel goed! We ruiken ook eens aan de isobetadine, we bekijken de kleur, we verwoorden wat we ruiken, wat we zien.
• We verzorgen de wonde en deppen de isobetadine lichtjes op en rond de wonde.
• We nemen een nieuw compresje en leggen dit op de wonde en tapen dit vast.
• We nemen ook een verband, want dit geeft steun en bovendien kan het compresje niet meer bewegen en blijft de wonde beter beschermd.

Tijdens het verhaaltje en het verzorgmoment, verwoorden we veel, we vertalen moeilijke woorden in makkelijke woorden = woorden die de kleuters wel begrijpen. De interesse van de kleuters is zo groot, dat ook zij een wonde mogen verzorgen.
Eerlijk gezegd was de bedoeling dat slechts 1 kleuter dokter was en een andere kleuter = patiëntje zijn pijntje mocht verzorgen. Dokter Vincyenzo las de handelingen van de prenten af en voerde ze één voor één uit. Deze 2 kleuters vonden het heel fijn.

Daar ook de andere kleuters interesse toonden tot uitvoering, gaf ik ook nog aan een 8-tal andere kleuters de kans om dokter en patiënt te spelen. Wegens tijdsgebrek (= klassikale act.) mochten de overige pijntjes met een gewone pleister verzorgd worden. Dit om alles af te sluiten en aan de andere activiteiten te beginnen.


Wat was mijn leerproces hierin?
Door naar de verschillende domeinen te kijken, is mijn activiteit geworden tot wat het moest zijn. Het is niet enkel weten welke verzorgingsstappen er zijn, het is ook kijken naar taal, naar hygiëne, naar zelfredzaamheid, naar lichaamsbesef, naar een veilig gevoel, naar motoriek.

Taal is hierin belangrijk, kleuters leren nieuwe woorden, nieuwe ervaringen kennen, waardoor ook hun angst van het onbekende wat wegvloeit. Door zelf te doen en te beleven (ruiken, kijken, voelen, zelf uitvoeren,…), werken zij aan verschillende domeinen. Een goed welbevinden van de kleuter door de aanmoediging van de juf.

Activiteit: woensdag 20 januari 2010: Tanden poetsen:



Wat deed ik voorheen? Wat heb ik geleerd? Welke domeinen kwamen tot uiting?

Wanneer ik deze activiteit aanbood, ben ik gaan nadenken over “ tanden poetsen”. Met welke staakwoorden zit ik? Met welke vragen zit ik?

• Wat is tandplak?
• Wat is tandvlees?
• Wanneer bloedt tandvlees?
• Waarom tanden poetsen?
• Tandpasta, wat is dat? Hoe ruikt dat? Hoe voelt tandpasta?
Ruikt tandpasta in de tube hetzelfde als op de borstel?
• Een tandenborstel: hoe ziet een tandenborstel eruit? Hoe de tandenborstel
vasthouden? Wat weet je van de haartjes?
• Hoe haal je tandpasta uit de tube? Een volle tube tandpasta? Een lege
tube tandpasta?
• Wanneer mijn tandpasta op is, of wanneer ik mijn tandpasta vergeten ben, kan
iemand me helpen?
• Wat staat er op de prenten? Wat moeten we eerst doen? Vervolgens? En als
laatste?

3 prenten ter voorbereiding, 6 prenten = stappenplan tanden poetsen, 3 laatste prenten ter afsluiting van de activiteit.

• Hoe moet ik mijn tanden poetsen?
• Wat heb ik nog nodig om tanden te poetsen?
(Water, waar haal ik water? Waar doe ik water in?)
• Horizonaal poetsen, wat is dat? Van links naar rechts bewegen.
• Hoelang moet je tanden poetsen? Hoe kunnen we de tijd meten? Een
zandloper, een liedje = Elektrische tandenborstel.
• Wat is een tandplakverklikker?
• Wat vertelt een tandplakverklikker?
• Hoe kan ik tandplak verwijderen?
• Kan ik tandplak zien? Hoe ziet het eruit? Hoe krijg ik het weg?
• Wat zijn bacteriën? Bacteriën: beestjes, komen uit het eten, zorgen voor
gaatjes, beesten kruipen over tandvlees en dat wordt dik en rood, zorgt voor
pijn en bloeden.
• Welke handelingen voeren we uit bij het tandenpoetsen?
• Buitenkant van de tanden
• Bovenkant van de kiezen
• Binnenkant van de snijtanden
• Onderaan
• Bovenaan
• Wat hebben we nodig om tanden te poetsen?
• Wat zijn kiezen?
• Wat zijn hoektanden?
• Wat zijn snijtanden?
• Wat is een gebit?
• Met je tong over je gebit gaan? Wat voel je?
• Wat is een melkgebit? Wanneer wisselen onze tandjes?
• Wat ervaar je als je tand zal uitvallen? Hoe weet je dat je tand gaat
uitvallen?
• Krijg je dan nog andere tanden?
• Aantal spiegels: 5. Wat hiermee doen? Kijken naar de tanden. Kijken naar
tandplak, Kijken naar de verkleuring van je tanden = tandplakverklikker.
Bedoeling: aantonen waar de kleuters al goed poetsen, aantonen waar het nog
beter kan. Kijken of de kleurstof van de tandplakverklikker weg is nadat de
tanden opnieuw gepoetst zijn.
• Kunnen kleuters elkaars tanden bekijken? Welke opmerkingen zijn er? Wat
i.v.m. de reden van het tandenpoetsen: geur adem?

Over tanden poetsen heb ik heel wat opzoekingen gedaan.
• Welke termen?
• Welke woorden?
• Welke technieken?


Mijn initiatieven en leerproces binnen de 6 leerdomeinen. Met welk effect bij het kind?
Taalstimulering , veiligheid – geborgenheid, lichaamsbesef: denkontwikkeling – zintuiglijke ontwikkeling, gezonde leefstijl – Hygiëne

• Belangrijk voor het kind is dat het zich veilig voelt met de juf. Dat hij mag proberen, en vragen stellen over tanden, over materialen, over…
• Waarom tandenpoetsen zo belangrijk is, mag zeker verteld worden tegen een kind, denk maar aan tandplak, aan bacteriën of beestjes die in je mondje zitten door voedsel…
• Taal, je reikt veel nieuwe woorden aan: tandplak, tandvlees, bloeden, tandplakverklikkers, horizontaal poetsen of van links naar rechts…
• Techniek: je leert de kinderen hoe ze hun tanden moeten poetsen, buitenkant de snijtanden, bovenkant de kiezen, binnenkant van je tanden, zowel bovenaan als onderaan.
• Lichaamsbesef: wat proef ik? Wat ruik ik? Een frisse adem? Hoe ruikt een frisse adem? Hoe ruikt tandpasta? Ruikt alle tandpasta hetzelfde? Hoe ervaar ik tandpasta in de tube (ruiken) ten opzichte van op mijn tanden/tong in mijn mond?
• Hygiëne: nadat we tandplak met onze vinger/nagel hebben afgekrabd, moeten we onze handen wassen. Tandenborstel uitwassen, beker uitwassen, water in de kommen uitgieten..
• Motoriek: hoe houd ik mijn tandenborstel vast? Hoe krijg ik tandpasta uit de tube?
• Aansluitend aan deze activiteit zouden we ook door de verschillende brillen kunnen kijken. Daar het hier vooral om de techniek van het tandenpoetsen ging, heb ik mij dan ook beperkt in de hierboven beschreven items.
Het thema van de week was: thema: “ Ik verzorg me: onderwerp van woensdag: TANDEN POETSEN.”

zondag 7 maart 2010

Mens en medemens




Ik stel vast dat de bril van mens en medemens vooral draait om jezelf kennen en voelen, maar ook in contact staan met anderen. Soms ben ik een twijfelaar: “Kan ik dit wel? Ga ik slagen in deze richting?...” Ik stel vast dat ik dan wat meer zelfvertrouwen moet hebben zodat ook de samenwerking met anderen vlotter kan verlopen. Ik stel vast dat ik durf praten tegen mensen, dat ik contact durf zoeken, maar op gebied van hulp vragen vaak op mezelf gesteld ben. Ik stel vast dat er wel beroepen zijn waar mensen echt wat betekenen voor elkaar (brandweerlui)! Ik stel vast dat ik mezelf af en toe wat moet toeleggen op wat hulp voor iemand anders kan betekenen, wat pestgedrag teweegbrengt, dat ik af en toe ook zelf gerust eens hulp mag vragen (want ik geef meer hulp aan iemand dan dat ik zelf zal vragen).

Leerplandoelen:
4.2 Kinderen ontwikkelen vertrouwen in eigen mogelijkheden, kinderen kunnen geloven in wat ze al kunnen, moeten durven uiten wat hun eigen mogelijkheden, kenmerken, indrukken, waarderingen zijn.
4.4 Kinderen leven bewust met en genieten van hun lichaam, kinderen kunnen ervaren en uiten dat lichamelijke gewaarwordingen prettige en onprettige gevoelens verschaffen.

Leerwens:
Ik wil leren om hulp te aanvaarden. Ik wil ook leren nagaan hoe je het best met pestgedrag of bepaalde ervaringen moet omgaan zodat kinderen zichzelf begrepen voelen.

Actieplan:
Ik ga voor mezelf eens noteren hoe ik me voel, wanneer ik dingen (taken school – huishouden,…, ervaringen) meemaak. Hoe voel ik me vandaag?
Ik ga bepaalde info opzoeken hoe ik ook gevoelens van kinderen kan observeren en aanpakken (pestgedrag, verdriet, geluk, …)
Ik vraag aan medestudenten, mentoren, docenten, hoe zij omgaan met bepaalde gevoelens, noteer deze en probeer deze info voor mezelf op te slaan!

Mens en natuur




Ik stel vast dat ik de sterren en de maan wel mooi en boeiend vind om naar te kijken, dat de hemel niet altijd met evenveel sterren gevuld is…
Mijn verwondering hiervoor is aanwezig, maar stel vast dat ik zelf niet (meer) weet waarom deze hemellichamen er zijn, welk belang ze hebben, hoe je de stand van de verschillende soorten sterren kan zien.. Welke materialen je hiervoor nodig hebt.

Leerplandoelen:
7.27 Kinderen beseffen dat de aarde een element is van de kosmos, kinderen kunnen bewondering en verwondering tonen voor o.a. sterren, ruimtevaart…

Leerwens:
Ik zou graag kennis opdoen over de soorten sterren, vallende sterren, de maan, de zon, kortom de hemellichamen.

Actieplan:
Ik zoek gerichte info op a.d.h.v. boeken en internet, verzamel info en prenten, en maak er een verslag van.

Mens en het muzische




Ik stel vast dat ik bijna nooit naar een museum ga. Waarom? Ik heb te weinig kennis over welke musea er bestaan. Bovendien stel ik me niet genoeg open om de achtergrond van bepaalde kunst te ontdekken.

Leerplandoelen:
3.7 Kinderen vormen een eigen mening over allerlei kunstuitingen waarmee ze in contact komen, kinderen kunnen de boodschap achter een kunstwerk begrijpen door zich vragen te stellen als: Wat? Effect?...

Leerwens:
Ik wil zelf eens concreter nadenken over het hoe en waarom van kunst. Voor mezelf leren opsporren met welke bedoelingen, omstandigheden kunst gemaakt wordt.

Actieplan:
Ik ga via internet musea of dingen oproepen die met het muzische te maken hebben. Hiervan zal ik er enkele uit selecteren en deze gaan ontdekken samen met mijn partner en eventueel onze petekinderen. Dit betekent: op avontuur en ontdekking gaan!
Bv.: Openluchtmuseum Bokrijk.

Mens en tijd




Ik stel vast dat ik weinig bezig ben met geschiedenis, met historische bronnen. Grotendeels doordat deze factor me weinig boeit. Enerzijds ga ik graag op verlof, en wil dan ook dingen gezien hebben (bv. Het melaatseneiland in Kreta), ik luister dan naar de gids, maar op het einde van de dag, kan ik me bepaalde items al niet meer herinneren. Anderzijds ben ik wel iemand die graag ziet/ontdekt, maar kan moeilijk de theorie onthouden…

Leerplandoelen:
8.14 Kinderen beseffen dat er naast een heden, ook een verleden en een toekomst zal zijn, kleuters komen te weten waarom een aantal gebouwen en plaatsen historische waarde hebben en tonen hiervoor verwondering en waardering.

Leerwens:
Ik wil voor mezelf toch een manier vinden waardoor ik info over historische bronnen kan begrijpen, in mezelf laat binnenkomen om dit weer te kunnen overdragen aan kinderen.

Actieplan:
Ik probeer voortaan de bezochte plaatsen met verwondering en waardering op te sporen, noteer voor mezelf dingen die ik belangrijk vind om te onthouden.
Ik bekijk enkele foto’s van de al reeds bezochte vakantiebestemmingen opnieuw en probeer een link te leggen aan de geschiedenis ervan. Ik zoek info op via internet en boeken.

Mens en ruimte




Ik stel vast dat deze W.O.-bril heel ruim gaat, maar beperk me tot mobiliteit en verkeer. Ik vind dat wij een grote verantwoordelijkheid dragen voor de kleuters, en vind dan ook van mezelf dat ik niet voldoende kennis heb over hoe verplaatsen we ons, welke regels hanteren we, hoe breng ik mezelf als een verantwoordelijk iemand over,…


Leerplandoelen:
9.15 Kinderen zien in dat menselijk verkeer altijd risico’s inhoudt, kleuters kunnen ervaren dat een plaats in de ruimte (on)gevaarlijk of (on)voorzichtig kan zijn.
9.16 Kinderen bewegen zich op een verantwoorde manier en dragen zo bij tot de eigen veiligheid en die van anderen, kleuters kunnen plaatsen herkennen waar ze veilig kunnen spelen en waar niet.

Leerwens:
Ik zou graag de algemene verkeersregels willen opsporen om zo onze verantwoordelijkheid te ondersteunen. Bovendien daar ik vaak te overbezorgd ben, zou ik willen nagaan welke situaties – plaatsen als veilig/onveilig aanzien worden.

Actieplan:
Ik zoek voor mezelf info over verkeer en mobiliteit, via internet, een politieagent, infobrochures, de (stage)school welke regels gehanteerd worden.
Ik ga eens wandelen of fietsen met de kleine kinderen uit de familie om mezelf op een kleiner groepje te concentreren.

Mens en samenleving




Ik stel vast dat ik belang hecht aan het naleven van afspraken en regels. In de klas zijn deze eveneens nodig. Om regels en normen te hanteren dien ik echter voor mezelf dit verder te onderzoeken. Ik denk aan veiligheid, gezondheid, maar ook aan omgangsvormen, leefregels en afspraken.

Leerplandoelen:
5.10 Kinderen zien in dat er binnen onze samenleving instellingen zijn die de kwaliteit van het samenleven trachten te bevorderen, kleuters kunnen dus ervaren dat ouders, leerkrachten,… waken over de naleving van afspraken, omgangsvormen, leefregels,…

Leerwens:
Ik wil voor mezelf nagaan welke afspraken, omgangsvormen, leefregels belangrijk zijn in de wereld, in de klas, .. om zo mijn doel na te streven.

Actieplan:
Ik maak gebruik van internet om leefregels, omgangsvormen en afspraken op te sporen. Bovendien selecteer ik de belangrijkste hiervan uit (om deze in de klas te kunnen toepassen).

zaterdag 6 maart 2010

Mens en zingeving




Ik stel vast dat ik altijd al wel een beetje het “ Gelovig zijn “ in me had! Toch is gelovig zijn een begrip waarmee ik geworsteld heb. Doorheen de opleiding en vooral in het vak Godsdienst ben ik gaan nadenken over hoe kan ik dit overbrengen aan kleuters. Wat voor mij vooral belangrijk is, is dat ze bepaalde waarden en normen leren respecteren! Waarden en normen wil ik alvast overbrengen. Dit heb ik vanuit eigen ervaringen erkent alszijnde goede manieren om met anderen om te gaan en bepaalde gevoelens (leren) te plaatsen.

Leerplandoelen:
2.1 Kinderen zien in dat elke mens gelooft, maar kunnen eveneens ook gevoelens van vriendschap, … ervaren en erkennen.
2.4 Kinderen kunnen illustreren dat mensen van elkaar verschillen op allerlei gebied, ze kunnen ervaren, vaststellen en uiten dat mensen verschillen in uiterlijk, in taal, …

Leerwens:
Ik wil voor mezelf blijven nadenken en zoeken hoe we de kinderen van vandaag beter kunnen laten samen spelen, werken, delen,.. Dit lijkt me door de luxe van tegenwoordig niet altijd aan orde te komen. Welke rol kan ik hierin spelen?

Actieplan:
Ik hoor bij collega’s, mentoren, medestudenten hoe zij denken en handelen. Ik noteer voor mezelf tips of ideeën die ik eventueel kan raadplegen.

Mens en techniek




Ik stel vast dat ik weinig ervaring heb in techniek, nog meer in het technisch denkproces. Ik denk dan aan constructies, plannen, en verschillende oplossingen bedenken.

Leerplandoelen:
6.14 Kinderen kunnen gebruik maken van hun kennis over en vaardigheid in techniek om een bereiding te maken en een constructie uit elkaar te halen of in elkaar te zetten, (o.a. kleuters kunnen een eigen strategie ontwikkelen om dingen uit elkaar te halen en weer te assembleren)

Leerwens:
Ik wil leren omgaan met technische vaardigheden zodat ik eigen strategieën kan leren ontwikkelen. Ik wil kunnen leren: Als ik… dan … (oorzaak – gevolg)

Actieplan:Ik wil ontdekken en dus dingen opsporen waarin technische vaardigheden nodig zijn. Ik wil in contact komen met activiteiten waardoor: Als ik.. dan … tot uiting kan komen. Ik probeer deze in opdrachten (afhankelijk van het thema) op te zoeken via boeken, internet, medestudenten, docenten,…

Mens en levensonderhoud




Ik stel vast dat ik niets te kort kom doordat ik redelijk zuinig omga met mijn zelfverdiend geld, doch weet ik dat niet iedereen dezelfde welvaart kent: door verhalen, situaties vanuit de medemens. Doch denk ik bij mezelf: In hoeverre is er onderling verschil?

Leerplandoelen:

1.8 Kinderen beseffen dat welvaart ongelijk verdeeld is, ze kunnen vaststellen dat er in de wereld kinderen zijn die niet naar school kunnen, niet naar de dokter kunnen…
1.10 Kinderen beseffen dat er een onderscheid is tussen welzijn en welvaart, kleuters mogen reeds ervaren dat mensen niet alleen materiële voorzieningen hebben, maar ook nood hebben aan genegenheid.

Leerwens:
Ik wil wel eens nagaan (voor mezelf) welke problemen in de wereld effect hebben op de mens en welvaart – welzijn…

Actieplan:
Concreet: Welke problemen kunnen er ontstaan in de wereld doordat er geen geld is? Welke effecten kan dit hebben? Ik probeer er enkele belangrijke op te sporen en probeer een link te leggen naar problemen/omstandigheden hier en elders.