woensdag 3 november 2010

Moet je kijken: Dino's...

Miguel is gek op zijn speelgoed-dino’s. Ook mijn zus haar kindje Dilano, loopt steeds rond met een dinosaurus. GRRR, zeggen de beide jongens. Het verschil tussen Miguel en Dilano is echter wel de leeftijd. Dilano is bijna 2 jaar en speelt zonder nadenken. Miguel is 6 jaar, en ja hoor, grote interesse. Ondertussen speelt Elien ook mee. Elien is 4 geworden. Zij maakt er een echt spel van. Hoe heet je dino? Die ene dino is dikker en groter... Mijne dino heeft honger...

Hieruit ontstaat interesse. Ik ken zelf maar 1 soort dino. Stom eigenlijk dat ik op dit moment niet meteen mee kan. De kinderen zijn trouwens enorm bezig met hun spel. Omdat ik niet meteen de juiste info kan bezorgen, en deze kinderen het ook niet weten, beslis ik om naar de bibliotheek te gaan en hier info te gaan opzoeken.


Leerwens:
Ik stel vast dat ik niet zo veel weet te vertellen over de dino’s. Dus ik moet zelf aan mijn info komen!

Actie:
Ik ga naar de bibliotheek, en zoek informatie op.
Ik zoek de dino’s die wij hebben in speelgoed op in het boek.
Na de info, vertel ik een verhaal met de dino’s die we hebben.
Ter verwerking van de info: leg ik materiaal klaar = schoendoos, prenten van dino’s om in te kleuren, scharen, stiften, ... We maken een kijkdoos van onze dino’s.
Ik stel voor om eens naar een museum te gaan.

Leerresultaat:
Dit is wat wij geleerd hebben:
Wij hebben de volgende dino’s in het bezit:
• De Iguanodon: Ik ben de 2de soort dinosaurus die gevonden werd. Mijn tanden lijken op die van een leguaan = een hagedis die ook planten eet. Mijn naam betekent: Iguano = leguaan en odon = tand. Mijn lichaam is rond en niet te groot en als ik wil, kan ik op 2 of 4 poten lopen.
Ik ben een planteneter.

• De Stegosaurus: ik heb een benige knots op het uiteinde van mijn staart. Mijn staart is een krachtig wapen om me te beschermen. Mijn platen op mijn rug zijn te zwak om aan te vallen. Ik ben er wel stoer mee! Ik ben een planteneter.

• De Tyrannosaurus rex: Ik ben Tyran, mijn armen zijn heel klein, maar mijn lichaam is groot. Ik heb een hoofd (schedel) met lange kaken. Ik ben een snelle jager, met vlijmscherpe tanden. Ik heb heel korte klauwen en kan niet goed grijpen... Ik ben een vleeseter. Vele dino’s hebben bang van mij.

• De Brachiosaurus: Ik ben Brachio. Mijn nek is 6,4 meter lang. Mijn nek is veel langer dan die van een giraf (2 m lang). Ik hou mijn hoofd opgeheven. Ik heb ook maar een klein hoofd. Ik ben een planteneter. Door mijn erg lange nek, kan ik goed aan lekkere, malse blaadjes van de hoogste bomen trekken.

• De Pterodactylus: Ik ben geen echte dinosaurus. Ik ben wel familie ervan. Ik leefde in dezelfde tijd. Ik eet rondvliegende insecten en vang vis in de meren en in de zeeën. Ik heb ook tanden en klauwen.

Beknopte info over dino’s:
Wij dino’s leefden heel wat miljoen jaren geleden in groepen met pasgeboren jongen, oudere jongen en volwassen dieren. De vleesetende dino’s behoren tot de groep Theropoden en liepen op twee poten. De grote plantenetende Sauropoden liepen op vier poten. De planteneters werden aangevallen door de grote vleeseters. De enorme Sauropoden waren zo groot dat ze geen vijanden hadden. Sommige planteneters konden ontkomen door hard weg te lopen. Veel mensen denken dat dino’s behalve erg groot, ook erg dom waren, maar dat is niet waar. Zo dom waren niet alle dino’s.

Wij dino’s legden ook wel eieren, wel 10 tot 30 eieren per keer (in een nest ter bescherming). Zo plantten we ons vele jaren geleden verder. Nu zijn wij uitgestorven.

Een interessante vraag is: waardoor stierven ze uit? Enkele mogelijke antwoorden hierop zijn: doordat de lucht veranderde en ze niet meer konden ademen, omdat ze te groot werden, te zwaar werden en zich niet meer konden bewegen zonder om te vallen, niet genoeg voedsel meer vinden... Het klimaat op aarde veranderde zodanig.

Miguel vertelt nog steeds over zijn dino’s. Ook Elien is geboeid door haar kijkdoos. Oma Bost heeft dan ook al heel wat bijgeleerd over de soorten dino’s die zij in huis hebben. O.a. door het opzoeken en vertellen van info, door een verhaal te vertellen met de speelgoed-dino's, door het verwerken van de info in onze kijkdoos.

Boekentips:
MOET JE KIJKEN: DINOSAURIËRS
DINOSAURUSSEN: KETNET (KETNET WEETJES HUIS)
BIJ DE DINO: KIJK, VOEL EN ONTDEK
TEKENBOEKJES

Vanuit de boeken merken we ook nog andere soorten dino’s op. Voor ons was het vooral belangrijk om te weten welke dino’s wij in huis hebben. Het verhaal en de kijkdoos heeft als reden om nog wat ' extra's ' aan te bieden aan dit moment!

Leerplandoelen:
Mens en natuur:
7.4: De kinderen kunnen ervaren en uiten hoe mensen, dieren en planten onderling verschillen in uiterlijk en gedrag (overlevingsomstandigheden, milieuomstandigheden, individuele aanleg,...).
7.6: De kinderen ervaren dat een aantal functies (voeding, ademhaling,...)noodzakelijk zijn of waren voor het in leven blijven van een dinosaurus.
7.7: De kinderen zien in dat mensen, dieren, planten aangepast zijn aan een leefwijze in een bepaald milieu. Vanuit ons onderzoek ervaren en beseffen ze dat milieufactoren een invloed hebben op dieren (uitsterving). Ze ontdekken ook welke bescherming nodig is tegen vijanden.

6 opmerkingen:

  1. Ann,

    leuk om te zien welke materialen je allemaal erbij betrekt! De dino's uit de bak, de kijkdoos maken,... het voorstel om naar een museum te gaan leuk! je rekt de dino's helemaal uit van een muzische activiteit (kijkdoos maken) tot een exploratietocht (museum) leuk!
    De boekentips...is iets wat ik misschien wel moet meenemen, altijd handig om wat titels van boeken bij zulke onderwerpen te hebben. Goed idee!
    Wel stel ik me de vraag heb JIJ al die dino's geleerd (namen, korte beschrijving) of ook de kinderen?? Want dit lijkt me erg moeilijk?
    Werk je hier in de roos van jezelf als inhoudelijk expert?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Leen,

    Deze benamingen heb ik wel genoteerd op een spiekbriefje hoor. Maar door regelmatig de benamingen te herhalen, kom je er wel in.. En bovendien, de kinderen moet je niet onderschatten. Diegene die echt geïnteresseerd zijn door dino's hebben zelf ook boekjes bij, en kennen de namen. Hier ben ik vooral voor mezelf inhoudelijk bezig geweest, maar door nieuwe info over te brengen werk ik ook aan de roos van begeleider zijn van leerprocessen.

    gr.
    Ann

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Prima voor actiekeuze en vertaling op kleuterniveau.

    Je ken merken dat de lezers van je blog erdoor geboeid zijn. Heel fijn, Ann.

    Tip: leerwensen altijd concretiseren.
    Wat wil je nu gaan opzoeken als antwoord op je leervragen? NIET :ik ga info opzoeken over dino's, MAAR dze vragen heb ik over dino's die ook de vragen van de kleuters kunnen zijn.

    Leerplandoelen: goed!

    Je werkt in de twee rozen:inhoudelijk expert en kleuters begeleiden. Goed!

    Je leerweg zit goed voor het examen van juni.
    In orde!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Jouw verdere leerweg is nu vooral reflecteren op andere blogs.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Hoi Ann en Leen,

    In verband met al de verschillende dino-namen:
    Ik denk dat het belangrijkste is, dat je vooral info gaat zoeken die je kan inzetten bij de kleuters. Maar dat je ook rekening houdt met wat kleuters meer willen weten over dat onderwerp.Wat boeit hen?

    In dit geval wilden ze zelf weten wat wat voor dino's ze in huis hadden, en dus vind ik dat je die benamingen mag doorspelen aan de kleuters. Het is niet belangrijk dat ze de correcte naam vanbuiten kennen, maar ze weten nu wel dat er verschillende dino's waren (niet alleen verschillende namen, maar ook het uitzicht, en de voeding). Bovendien is de beschrijving die je geeft aan de dino's op kindermaat gezegd, waardoor ze het kunnen begrijpen. En zoals je zelf zegt: als ze echt gemotiveerd en geïnteresseerd zijn in het onderwerp, doen kinderen heel veel kennis op.

    Je kan ook eens proberen om gebruik te maken van een dierenpaspoort. Ik vind dit een handig middel om allerlei informatie die je over je dier gevonden hebt, te kunnen doorgeven aan de kinderen, maar dan op kindermaat. vb Wat is mijn taak, wat is mijn eetmenu?
    Op deze speelse manier gaan de kinderen heel veel te weten te komen over het dier.

    En op deze manier werk je nog meer in de roos van begeleider van leerprocessen.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Inderdaad, het dierenpaspoort, hier dacht ik aan nadat ik de cursus WO geleerd heb. Dit geeft nog een concreter beeld van deze diersoort. In dit paspoort, kan je dan ook nuttige weetjes linken, of vragen over deze dieren opnemen die vanuit de kinderen komen.

    BeantwoordenVerwijderen