Miguel is gek op zijn speelgoed-dino’s. Ook mijn zus haar kindje Dilano, loopt steeds rond met een dinosaurus. GRRR, zeggen de beide jongens. Het verschil tussen Miguel en Dilano is echter wel de leeftijd. Dilano is bijna 2 jaar en speelt zonder nadenken. Miguel is 6 jaar, en ja hoor, grote interesse. Ondertussen speelt Elien ook mee. Elien is 4 geworden. Zij maakt er een echt spel van. Hoe heet je dino? Die ene dino is dikker en groter... Mijne dino heeft honger...
Hieruit ontstaat interesse. Ik ken zelf maar 1 soort dino. Stom eigenlijk dat ik op dit moment niet meteen mee kan. De kinderen zijn trouwens enorm bezig met hun spel. Omdat ik niet meteen de juiste info kan bezorgen, en deze kinderen het ook niet weten, beslis ik om naar de bibliotheek te gaan en hier info te gaan opzoeken.
Leerwens:
Ik stel vast dat ik niet zo veel weet te vertellen over de dino’s. Dus ik moet zelf aan mijn info komen!
Actie:
Ik ga naar de bibliotheek, en zoek informatie op.
Ik zoek de dino’s die wij hebben in speelgoed op in het boek.
Na de info, vertel ik een verhaal met de dino’s die we hebben.
Ter verwerking van de info: leg ik materiaal klaar = schoendoos, prenten van dino’s om in te kleuren, scharen, stiften, ... We maken een kijkdoos van onze dino’s.
Ik stel voor om eens naar een museum te gaan.
Leerresultaat:
Dit is wat wij geleerd hebben:
Wij hebben de volgende dino’s in het bezit:
• De Iguanodon: Ik ben de 2de soort dinosaurus die gevonden werd. Mijn tanden lijken op die van een leguaan = een hagedis die ook planten eet. Mijn naam betekent: Iguano = leguaan en odon = tand. Mijn lichaam is rond en niet te groot en als ik wil, kan ik op 2 of 4 poten lopen.
Ik ben een planteneter.
• De Stegosaurus: ik heb een benige knots op het uiteinde van mijn staart. Mijn staart is een krachtig wapen om me te beschermen. Mijn platen op mijn rug zijn te zwak om aan te vallen. Ik ben er wel stoer mee! Ik ben een planteneter.
• De Tyrannosaurus rex: Ik ben Tyran, mijn armen zijn heel klein, maar mijn lichaam is groot. Ik heb een hoofd (schedel) met lange kaken. Ik ben een snelle jager, met vlijmscherpe tanden. Ik heb heel korte klauwen en kan niet goed grijpen... Ik ben een vleeseter. Vele dino’s hebben bang van mij.
• De Brachiosaurus: Ik ben Brachio. Mijn nek is 6,4 meter lang. Mijn nek is veel langer dan die van een giraf (2 m lang). Ik hou mijn hoofd opgeheven. Ik heb ook maar een klein hoofd. Ik ben een planteneter. Door mijn erg lange nek, kan ik goed aan lekkere, malse blaadjes van de hoogste bomen trekken.
• De Pterodactylus: Ik ben geen echte dinosaurus. Ik ben wel familie ervan. Ik leefde in dezelfde tijd. Ik eet rondvliegende insecten en vang vis in de meren en in de zeeën. Ik heb ook tanden en klauwen.
Beknopte info over dino’s:
Wij dino’s leefden heel wat miljoen jaren geleden in groepen met pasgeboren jongen, oudere jongen en volwassen dieren. De vleesetende dino’s behoren tot de groep Theropoden en liepen op twee poten. De grote plantenetende Sauropoden liepen op vier poten. De planteneters werden aangevallen door de grote vleeseters. De enorme Sauropoden waren zo groot dat ze geen vijanden hadden. Sommige planteneters konden ontkomen door hard weg te lopen. Veel mensen denken dat dino’s behalve erg groot, ook erg dom waren, maar dat is niet waar. Zo dom waren niet alle dino’s.
Wij dino’s legden ook wel eieren, wel 10 tot 30 eieren per keer (in een nest ter bescherming). Zo plantten we ons vele jaren geleden verder. Nu zijn wij uitgestorven.
Een interessante vraag is: waardoor stierven ze uit? Enkele mogelijke antwoorden hierop zijn: doordat de lucht veranderde en ze niet meer konden ademen, omdat ze te groot werden, te zwaar werden en zich niet meer konden bewegen zonder om te vallen, niet genoeg voedsel meer vinden... Het klimaat op aarde veranderde zodanig.
Miguel vertelt nog steeds over zijn dino’s. Ook Elien is geboeid door haar kijkdoos. Oma Bost heeft dan ook al heel wat bijgeleerd over de soorten dino’s die zij in huis hebben. O.a. door het opzoeken en vertellen van info, door een verhaal te vertellen met de speelgoed-dino's, door het verwerken van de info in onze kijkdoos.
Boekentips:
MOET JE KIJKEN: DINOSAURIËRS
DINOSAURUSSEN: KETNET (KETNET WEETJES HUIS)
BIJ DE DINO: KIJK, VOEL EN ONTDEK
TEKENBOEKJES
Vanuit de boeken merken we ook nog andere soorten dino’s op. Voor ons was het vooral belangrijk om te weten welke dino’s wij in huis hebben. Het verhaal en de kijkdoos heeft als reden om nog wat ' extra's ' aan te bieden aan dit moment!
Leerplandoelen:
Mens en natuur:
7.4: De kinderen kunnen ervaren en uiten hoe mensen, dieren en planten onderling verschillen in uiterlijk en gedrag (overlevingsomstandigheden, milieuomstandigheden, individuele aanleg,...).
7.6: De kinderen ervaren dat een aantal functies (voeding, ademhaling,...)noodzakelijk zijn of waren voor het in leven blijven van een dinosaurus.
7.7: De kinderen zien in dat mensen, dieren, planten aangepast zijn aan een leefwijze in een bepaald milieu. Vanuit ons onderzoek ervaren en beseffen ze dat milieufactoren een invloed hebben op dieren (uitsterving). Ze ontdekken ook welke bescherming nodig is tegen vijanden.